Het begon vrijdagavond met een optreden van het Philarmonisch orkest van Sint Petersburg in het Paleis van de Schone Kunsten. Onder leiding van meneer Temirkanov en vergezeld van violiste Shoji werden werken van Prokofiev en Tchaikovsky ten gehore gebracht. Het ging allemaal een beetje rats rats had ik het idee.
Zaterdagavond begon met een optreden van het ensemble Nigun in het Hongaars Cultureel Instituut. Joods Hongaarse jazz. Best aardig, maar het drukke programma liet het niet toe om tot het einde te blijven luisteren.
Ik moest door. Naar Le Botanique. Daar speelde Das Pop. Het hoogtepunt van mijn weekeinde.
Zondagochtend werd tijd ingeruimd voor Mozart. Een concert voor piano en sopraan in het chique hotel Astoria. De zaal zat bomvol. Geen zitplaats, maar een staanplaats, achterin.
Aan het einde van de zondagmiddag was er kort tijd voor een vijfde concert. Een 250-koppig koor met een orkest van 50 muzikanten zweepte het publiek op, op een volgepakte Grote Markt. Ja, het was me het weekeindje wel.
