
Afgelopen week was ik in het oosten van Duitsland. Dit zijn muggen op een ruit in de toren van een kerk in Weimar.
Ik ben vandaag mijn huis aan het opruimen. Het begon met de administratie. Bankafschriften in een mapje stoppen. Het zette me ertoe aan om de hele kast met bankafschriften en andere prullaria uit te mesten. Boeken sorteren, oude paperassen bij oud papier. Ik kwam de kapotte rekenmachine tegen, waar ik op de middelbare school sinussen en cosinussen mee uitrekende. Weg met dat ding. Ik heb een computer. Mijn telefoon kan rekenen. Wacht even, misschien zitten er nog batterijen in. Die moeten er eerst nog uit. Als het in Kopenhagen niet lukt, dan heb ik tenminste nog mijn bijdrage geleverd. Heb er een stel nieuwe batterijen in gedaan. Prompt wist m'n Casio weer dat 45 tan 1 is. Weggooien kan altijd nog.
Ik denk dat het ergens het midden houdt tussen mysterieuze geleerdheid en belezenheid en elitair geneuzel. En zijn alle zinnen oprecht gemeend of vooral ook een parodie op de door R. zo verfoeide recensenten die schrijven voor een fietsje voor hun jarige dochter?