dinsdag 30 augustus 2011

Laluni Street


Het leek op het eerste oog zo makkelijk, en zo mooi ook, blog postings over Guyanese straten. Maar waar moet je dan in godsnaam over schrijven? Er valt helemaal niets zinnigs te zeggen over Laluni Street (afgezien van de melding dat ik er woon natuurlijk). Dit weekeinde ben ik twee keer door mijn straat gelopen. Het is een straat van uitersten. De straat is vier blokken lang. Ik woon precies op de helft. Ten oosten van mijn huis zijn de kavels relatief groot. In het meest westelijke blok staan huizen op half zo grote percelen. De huizen zijn er ook aanzienlijk armoediger.


Mijn huis en een huis honderd meter verderop, beiden in Laluni Street

Op een van de grote kavels is een handelaar in, naar het schijnt, cocaïne, bezig met de bouw van een riante villa. Ik sprak kort met het mannetje dat het huis in aanbouw beveiligt. Het bleek een slimme kerel te zijn, een gepensioneerde hoofdboekhouder van een ministerie. Inderdaad, een pensioen is hier voor de meeste ouderen te mager om van te leven. Ik sprak met hem over Guyana. Vrijwel iedereen die ik tegenkom vraagt waar ik vandaan kom en hoe ik Guyana vind. Ze zijn verbaasd, of zelfs een beetje teleurgesteld, wanneer ik zeg dat ik het hier prima naar mijn zin heb.