zaterdag 21 april 2018

Hypochondrie en de verloren taalstrijd


Er valt prima mee te leven, totdat je ziek wordt. Afgelopen week was het voor deze hypochonder effe flink afzien. Bonkende hoofdpijn vanaf woensdagavond. Zelfs een overdosis paracetamol kalmeerde de schreeuwende hersentumor in mijn achterhoofd niet. Donderdag zou ik eigenlijk afreizen naar een discussiemiddag in Den Haag over kostenbeheersing in de Nederlandse gezondheidszorg. Ging dus niet door. In tegendeel, op vrijdagochtend droeg ik bij aan oplopende (zij het Belgische) zorgkosten door een bezoek aan mijn huisarts, mijn Nederlandstalige huisarts. Dat was een prettig bezoek. Hij nam zijn tijd. Ik had bovendien, minstens zo belangrijk, geen hersenvliesontsteking of embolie, maar een simpele voorhoofdsholteontsteking. De ergste pijn was eigenlijk onmiddellijk verdwenen. Maandag kan ik weer aan het werk.

Tweetalig Brussel is niet dicht bezaaid met huisartsen die de Nederlandse taal echt machtig zijn. Maar apothekers, daar zijn er heel veel van. In België is de apothekersdichtheid per inwoner vijf (!) keer zo hoog als in Nederland. Mijn recept, voor een doosje steviger pijnstillers, was in het Nederlands gesteld. Kan de apotheker daarmee uit de voeten? Jazekerwel! Hij print een gepersonaliseerde sticker voor op het doosje pillen, speciaal voor digitale Menno, automatisch vertaald, in het Frans! Het recept, in begrijpelijk Nederlands verdwijnt in het archief van de apotheker. Zoals gezegd, de Brusselse taalstrijd is verloren!