Als werkloze met aanspraak op een EU-uitkering, moet ik maandelijks
stempelen bij het UWV in Den Haag. Dat is een tamelijk onzinnige
bureaucratische handeling, maar mij hoor je voorlopig niet klagen. Ik
heb mijn geld nog nooit zo makkelijk 'verdiend'. Ik stond vanochtend
laat op, at mijn muesli en las mijn krantje en fietste toen door de zon
en een heerlijk verkoelend briesje naar het UWV werkbedrijf, op een
industrieterrein, net buiten de stad.
Toen ik afgelopen
maand mijn stempeltje kwam halen, vertelde ik mijn werkcoach, een man
met flitsende bril en een Jules Deelder sikje, dat ik met ingang van 1
september weer aan de slag zou gaan. Dat is onzeker geworden. Een
afdelingshoofd wil me graag aannemen, maar de afdeling personeelszaken
wacht al zeven weken met het geven van een akkoord. Ik vertelde het mijn
werkcoach. "Prima joh, we zien het wel."
Vanochtend las ik in de Volkskrant een alarmerend bericht over flexibele arbeid. "Eens
flexwerker, altijd flexwerker" stond er boven het artikel over een
onderzoek uitgevoerd door SEO in opdracht van SZW. Ik liet de man met de
flitsende bril de kop van het artikel zien.
Het gaat niet goed
met de flexwerker. Hij krijgt steeds minder snel een vast contract. Wat zal dat wel niet voor werklozen betekenen, vroeg ik mij meteen af.
"Tja, in deze dagen is de kans dat je zand tussen je tenen krijgt als je
op Scheveningen over het strand loopt groter dan het vinden van een
vaste baan" zei de man met het Deelder sikje luchtigjes.
Flexwerk heeft
bij mij niet een al te positief beeld. Slechter betaald. Zwakke sociale
zekerheid en matige pensioenopbouw. Bovendien constante onzekerheid. Heb
ik volgende maand nog werk? Dat beeld stelt SEO een beetje bij.
Slechter betaald worden flexwerkers nauwelijks. Maar ze doen vaker een beroep op sociale zekerheid. Mijn coach ziet desondanks vooral voordelen. "Ik wens iedereen een
flexbaan toe" zegt ie. Met dit weer wil ik niet op kantoor zitten. "Dan
wil ik flexibel zijn en cappuccino's drinken op het strand. Ik zit
verderrie al 32 in dit kantoor". Ik vond het een wat ongenuanceerde
opmerking, maar ik besloot meteen op mijn fiets te springen richting
strand. "Geniet dr van", zei mijn coach. "Tot over een maand."