Als ik voor mijn werk
iemand bel die ik ken, dan begint zo’n gesprek meestal met wat small talk. Over
een recente ontmoeting, over de situatie thuis. Als er niets te melden valt, of
als we elkaar eigenlijk niet goed genoeg kennen voor zo’n gesprekje, dan gaat
het vaak over het weer. “Hoe is het weer in York?”, “Schijnt de zon nog een beetje
in Zagreb?”, “Hier heeft het gisteren geijzeld”.
Omdat ik geen echte
inspiratie heb voor een blogje, pas ik nu dezelfde truc toe. Ik wil vandaag ook
hier het weer maar eens aanstippen. Ik weet niet hoe het bij u is, maar in
Brussel is de Indian Summer nu toch ook echt voorbij. Het wordt handschoenenweer.
En het regent en waait. Toen ik vanochtend mijn huis uit stapte, ik stond op de
drempel van de voordeur, in de beschutting van de gevel, kwam ik tot de
ontdekking dat het geen wandelweer was. Het regende flink. Op twee meter van mijn voordeur stond mijn auto. Het is tegen mijn ‘principes’
om voor dat suffe stukje de auto te nemen. Maar nu het zo hard regende… Even
later zat ik in de wagen. Onder het genot van de muziek van radiozender Studio
Brussel reed ik door de plenzende regen naar kantoor. Te voet duurt het
ongeveer 20 minuten. Met de auto ruim twee keer zo lang. Maar ik heb onderweg wel wat opgestoken. Het weer
voorspellen is geen sinecure. De omroeper van Studio Brussel bewees het. “Het weer
van vandaag: nu is het nog droog, maar in de loop van de ochtend is er kans op
een bui”. Van het weerbericht van deze zender trek ik me voorlopig niets meer
aan. En ik volg mijn principes morgen weer. Weer of geen weer, te voet naar
kantoor.